Voor veel grillfans gaat er niets boven barbecueën met houtskool. Het onmiskenbare rokerige aroma geeft steak, groenten en andere gerechten een unieke smaak en laat de harten van BBQ-liefhebbers sneller kloppen.
In de basis maken we onderscheid tussen direct en indirect grillen. Bij direct grillen ligt het voedsel direct boven de hete kooltjes en wordt het intens verhit op hoge temperaturen vanaf 250 °C. Bij indirect grillen ligt het naast de gloeiende kooltjes en gaart het door de omgevingswarmte van ongeveer 180 °C. Vaak is een combinatie van beide technieken aan te raden.
Bij een houtskoolbarbecue is het belangrijk om de kolen strategisch te verdelen om verschillende temperatuurzones te creëren. Afhankelijk van het type voedsel zijn er vier verschillende methodes om dit te doen.

De halve maan
Aan de ene kant van de houtskoolbarbecue scherp aanbraden, aan de andere kant rustig laten doorgaren. Perfect voor ossenhaas- of filetsteaks.

De doorgang
De open strook in het midden van het grillrooster biedt veel ruimte voor spiesjes of ander langwerpig grillgerechten.

De ring
De indirecte hitte in het midden van de houtskoolbarbecue is ideaal voor spareribs, een pizzasteen of pulled pork.

Het oog
In het midden scherp aanbraden en de buitenrand gebruiken om vlees of groenten op te warmen of warm te houden.